dinsdag 18 maart 2008

Lente

Als ik na een paar weken de poort weer uit ben zie ik het, de lente komt eraan. Uruzgan wordt gevormd door de uitlopers van het Hindu Kush gebergte. Dalen met rivieren waarlangs de oorden zijn gelegen temidden van een strook begroeiing, the green, temidden van droge, dorre en stoffige vlaktes. En langzaam maar zeker wordt de green ook groen, maar niet zonder eerst te exploderen van roze en witte bloesem. Overal staan de amandelbomen in bloei en dat lijdt tot een overweldigend schouwspel, zeker wanneer je temidden van de bomen over het ontluikende gras loopt. Een schouwspel dat je doet verlangen naar een tent, vakantie, tijd, een goed glas wijn en korte broek. Maar die gedachte verdwijnt onder het gewicht van je scherfvest weer snel naar de achtergrond.

Vanuit de White Compound verplaatsen we ons te voet naar de rivier. Het PRT wil naar de quala (ommuurd huis met binnenplaats) van een van de tribale leiders om afspraken te maken over toekomstige projecten. Een groep luchtmobiele militairen draagt zorg voor de beveiliging van het geheel. Na een uur lopen in de volle zon met scherfvest, uitrusting en wapen is het aangenaam ontvangen te worden met Afghaanse thee. Via de tolk worden beleefdheden uitgewisseld en worden de ins-en-outs van twee projecten besproken. Een school voor de dorpjes Awi-hoog en Awi-laag en het concretiseren van een aantal waterlopen door deze plaatsjes heen. Ook in dit gesprek blijkt weer hoe moeilijk het is om stapjes voorwaarts te maken in de opbouw van Afghanistan. Wij willen ons geld goed besteden, gecontroleerd en met een zo groot mogelijk rendement. Hiervoor verlangen wij een manier van werken die in Afghanistan niet gewoon lijkt te zijn. We vragen plannen voor de besteding van het geld en duidelijke afspraken met lokale aannemers. Het duurt soms even voordat een project van start kan gaan. Maar zonder plannen en controle lijkt het geld hier in een bodemloze put te verdwijnen.

Op de terugweg komt een meisje van een jaar of zes, net als alle kinderen van Uruzgan, vragen om een pen: “Pjen! Pjen?” Ik geef haar een pen van het PRT en ze is bereid om in ruil daarvoor te poseren voor de foto. Een beetje verlegen kijkt ze naar de camera. Het lijkt wel of ze haar zondagse jurk aan heeft maar veel jonge meisjes dragen uitbundig gekleurde en glimmende kleding in Uruzgan, tot een jaar of tien, elf. Oudere vrouwen zie je als man alleen nog in burka of met het meer algemene lange gewaad met hoofddoek. Voor dit meisje is, te oordelen naar haar jurk, in ieder geval de lente ook begonnen.

Geen opmerkingen: